Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

Problemen worden met name ervaren bij indicatiestelling voor een PersoonsGebondenBudget of niet - gecontracteerde zorg.  

Na een onderzoek van het Verpleeg Collectief naar de bureaucratie in de zorg onder verpleegkundigen en verzorgenden kwam de indicatiestelling van zorg naar voren als een van de handelingen waarbij de meeste problemen werden ondervonden. 

Bureaucratie in de zorg

Voor wijkverpleging is geen verwijzing van de huisarts nodig. Een verzekerde kan zelf contact opnemen met een zorgaanbieder op het moment dat dat nodig is. De wijkverpleegkundige indiceert samen met de verzekerde welke zorg er nodig is en wie de zorg kan verlenen.

Sinds de Hervorming Langdurige Zorg in 2015 indiceren verpleegkundigen zelf de benodigde zorg voor cliënten die thuis wonen. De indicatiestelling is het startpunt van zorg, aangezien verpleegkundigen tijdens de indicatiestelling bepalen welke zorg nodig is op basis van de zorgvraag van cliënten. In principe mogen alleen HBO - opgeleide verpleegkundigen wijkverpleging indiceren.

Drie kwart van de verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging vindt dat de geïndiceerde zorg over het algemeen goed aansluit bij de zorgvraag van cliënten. Een kwart vindt de aansluiting redelijk. Daarnaast hebben verpleegkundigen diverse suggesties om de indicatiestelling beter en eenduidiger te laten verlopen. Verpleegkundigen ondervinden soms druk vanuit mantelzorgers of zorgvragers die hopen zo invloed uit te kunnen oefenen op hun eigen indicatie en het aantal uren aan zorg dat vergoed wordt.

Soms worden verpleegkundigen beïnvloed door collega’s uit hun team. Daarnaast zegt ruim 40 % beïnvloed te worden door zorgverzekeraars. Vooral bij het indicatiestellen van een PGB neemt de zorgverzekeraar beslissingen over het al dan niet toekennen zonder dit met de indicerende wijkverpleegkundige te overleggen. Ook komen er meer vragen aan de indicerend verpleegkundige indien er sprake is van een indicatie in een PGB. Indicatiestellers worden dikwijls gevraagd om aanvullende documenten of toelichting te geven op de zorgvraag. De minste problemen worden gemeld bij het indiceren in een palliatief terminale indicatie. De verlenging van een PTZ ( Palliatief Terminale Zorg ) na 3 maanden zorgt wel dikwijls voor problemen gaf 45% van de ondervraagden aan.

Ook maakt 40 % van de verpleegkundigen die indiceren een opmerking over de rol van de zorgverzekeraar die zich in de visie van deze verpleegkundigen óf te veel bemoeit met de indicatiestelling óf geen eenduidige of duidelijke regels hebben over de wijze van indiceren.

bureacratie in de zorg

Vooral bij het indicatiestellen van een PGB neemt de zorgverzekeraar beslissingen over het al dan niet toekennen zonder dit met de indicerende verpleegkundige te overleggen.

Er gelden wel regels voor indien een zorgverzekeraar ingrijpt in een indicatiestelling. De zorgverzekeraar brengt hiervan dan de verzekerde én de (indicerend) verpleegkundige op de hoogte en onderbouwt waarom een herbeoordeling noodzakelijk is. De bedoeling is om willekeur bij het (al dan niet gedeeltelijk) afkeuren van indicatie tegen te gaan, zoals verpleegkundigen die nu soms ervaren in hun gesprekken met zorgverzekeraars.

Naar aanleiding hiervan is er door Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het Nederlands Wijkverpleegkundigen Genootschap (NWG) samen afgesproken dat :
 

  • De verpleegkundige die de indicatie indient, de cliënt zelf in de eigen omgeving heeft gezien en gesproken;
  • De eerste vier stappen van het verpleegkundig proces aantoonbaar zijn beschreven in de indicatie;
  • De herindicatie wordt – bij voorkeur – gedaan door dezelfde verpleegkundige die de eerdere indicatie heeft opgesteld.