Belevingsgerichte dementiezorg; Zes aandachtspunten
Belevingsgerichte dementiezorg
Onze hersenen ontwikkelen zich van baby tot ongeveer ons 24e levensjaar, pas dan zijn onze hersenen volgroeid. In deze ontwikkeling zijn vier niveaus te onderscheiden, de ingewikkelde hersenfuncties zitten op het hoogste niveau.
Bij mensen met dementie of een andere vorm van hersenbeschadiging vallen juist op dit hoogste niveau het eerst de gaten en dat zien we terug in hun gedrag. Duidelijk is ook geworden hoe gevoelig onze hersenen voor stress en onveiligheid zijn met alle effecten voor ons gedrag. Mensen met gezonde hersenen kunnen zich losmaken van de omgeving door prikkels af te weren. Mensen met beschadigde hersenen kunnen prikkels uit de omgeving niet uitschakelen. Alle prikkels komen binnen, er volgt een directe, vaak vertraagde reactie op elke actie. De ziekteverschijnselen en het probleemgedrag van mensen met dementie worden veroorzaakt door enerzijds de ziekte en anderzijds door prikkels die voortkomen uit hun omgeving en onszelf.
Onderzoek heeft uitgewezen dat sommige mensen met dementie gebaat zijn bij zo min mogelijk prikkels, voor hen is het een kwelling wanneer ze worden gestoord. Anderen hebben juist wel prikkels nodig, voornamelijk geluids- en bewegende prikkels. Wanneer deze prikkels afwezig zijn zal de zorgvrager zelf prikkels (moeten) maken door te roepen en/of te bewegen. Deze mensen moeten juist voldoende ‘onschuldige’ prikkels krijgen om zich veilig te voelen. Teveel aan verschillende prikkels kan onrust oproepen. Met belevingsgerichte dementiezorg kan veel bereikt worden in het verhogen van het welzijn van mensen die lijden aan dementie.
Ons geheugen bestaat uit plaatjes van taferelen, voorwerpen, symbolen, gevoelens en geuren, etc. Als hetgeen wij zeggen tegen iemand met dementie overeenkomt met het plaatje dat zich in het geheugen bevindt, ontstaat herkenning, komt dat niet overeen, dat ontstaat onbegrip.
Vergevorderde dementie gaat vaak gepaard met decorumverlies, verlies van de persoon die je vader of moeder vroeger was. Dat je vader of moeder incontinent is, met vlekken op de kleren of in het ondergoed rondloopt, scheldt of agressief is, en uiterlijk geen schim meer is van wie of wat hij of zij vroeger was, is voor naasten moeilijk te accepteren. Dit verlies van waardigheid heeft alles te maken met de dementie, maar ook voor en deel hoe de zorgverlening ermee om gaat. Bij het Verpleeg Collectief wordt het principe van belevingsgerichte zorg thuis gehanteerd. Dit houdt in dat de zorgverlener zich zoveel mogelijk probeert de verplaatsen in de situatie van de zorgvrager.
Belevingsgerichte dementiezorg thuis: 6 aandachtspunten.
1. Uiterlijke en lichamelijke verzorging van de cliënt in orde
Lichamelijke verzorging is één van de basis-ingrediënten of voorwaarden voor waardige zorg. Als een cliënt lichamelijk niet goed verzorgd is, doet dat volgens familieleden afbreuk aan de waardigheid van hun naaste. Ook uiterlijke verschijning speelt een rol. Haren bijtijds wassen en knippen, gezichtsbeharing weghalen, zorg voor verzorgde nagels en schone kleding, iemand netjes aankleden en iemand’s droge huid insmeren. Bij het Verpleeg Collectief zijn dit vanzelfsprekende handelingen in de uiterlijke verzorging. Mensen die deze handelingen niet meer (gemakkelijk) zelf kunnen doen, worden hierbij geholpen of ondersteund.
2. Verdieping in de achtergrond van de cliënt.
Een volgend punt is oplettend- en alertheid in de zorg. Als de verzorging meedenkt met de familie en denkt aan mogelijke oorzaken en gevolgen van bepaalde incidenten, vormt dat voor familie een grote geruststelling. Betrokkenheid hangt nauw samen met alertheid. Wanneer verzorgenden zich verdiepen in de persoonlijke achtergrond van cliënten, kan dat zorgen voor een verdieping in de relatie tussen cliënt en zijn verzorgenden. Volgens familieleden begrijpen zij dan beter wat er speelt in het hoofd van de cliënt, als zij zich in hun achtergrond hebben verdiept.
3. Communiceren op gevoelsniveau.
In kleine dingen is te zien of een verzorgende respectvol met een cliënt omgaat. Zorgvragers communiceren soms niet meer middels woorden, maar zijn des te gevoeliger in het oppikken van emoties. Als zorgverleners kun je ook communiceren via lichamelijk contact of door het geven van wezenlijke aandacht. Dit is een belangrijk onderdeel van belevingsgerichte dementiezorg.
4. Geef aandacht, luister, wees geduldig en bied veiligheid
Persoonlijke aandacht voor de cliënt is van groot belang voor het verlenen van waardige zorg net als geduld en alertheid. In de omgang met mensen met dementie is luisteren erg belangrijk en geduld een essentieel ingrediënt voor het verlenen van waardige zorg. Luister naar wat cliënten te zeggen hebben, ook al is het niet van toepassing op die situatie van dat moment.
5. Behandel de zorgvrager als een volwaardig mens.
Demente mensen zijn zich er niet van bewust als zij gedrag vertonen dat niet ‘normaal’ is. Dat is onderdeel van het ziekteproces. Ga mee in het verhaal van de zorgvrager, ga er niet tegenin. Het bewijzen van iemands ongelijk is geen doel, het behouden van de rust en het zorgen voor een prettige leefomgeving zijn dat wel.
6. Stimuleer en activeer de cliënt door je te focussen op zijn of haar interesses.
Mensen met dementie zijn soms lastig tot een activiteit te bewegen. Hierdoor blijven zij echter wel verbonden met het ‘normale’ leven. Cliënten stimuleren tot een activiteit kan al met kleine acties. Denk aan puzzelen, of de eigen boterham smeren. De zelfredzaamheid wordt hierbij zoveel mogelijk gestimuleerd.
De zorgverleners van het Verpleeg Collectief werken nauw samen de trainers van het Breincollectief opgezet door van dr. Anneke van der Plaats en Jan van der Hammen. Zorgverleners van het Verpleeg Collectief worden getraind in belevingsgerichte dementiezorg thuis.